- 3 -

starten. Jeroen vraagt of ze naar Bonn gaat en eerst wil ze ons niet meehebben. Jeroen dringt nog even aan: 'Wir wollen mitfahren'. Dan is het OK. Het is mijn beurt om achterin te zitten. Naast mij zit een schattige herders- hond. Gelukkig heb ik een liftbord bij me om het kwijl op te vangen. Ze zet ons af vlakbij Bonn op een Raststätte. We zetten koffie met de benzinebander en eten wat. Dan gaan we langs de weg staan en worden snel meege- nomen door een computerprogrammeur ofzo. Ik voer een hevige discussie met hem over het nut van computers en Jeroen slaapt. Bij Mannheim worden we afgezet. We maken T en gaan weer langs de weg staan. Met ons nog drie anderen. Er stopt al snel een auto voor ons maar twee andere lifters zijn ons voor. Ik ga bij de auto staan om te kijken of de chauffeur misschien onze richting opgaat en niet de richting van de anderen.